Categorie 1 productkaart voor warmtepompen

Transparantie in de milieu-impact van technische installaties wordt steeds belangrijker. Dit geldt zeker ook voor verwarmingssystemen in gebouwen. Maar ondanks het feit dat de milieu-impact van warmtepompen sinds 2023 meer aandacht krijgt binnen de sector, zijn categorie 1 productkaarten voor warmtepompen op dit moment nog schaars in Nederland. Terwijl het juist categorie 1 productkaarten zijn die accurate en gedetailleerde inzichten bieden in zowel kwaliteit, herkomst, als locatie van de gebruikte materialen. De eigenschappen en voordelen toegelicht.

Een categorie 1 productkaart

Een productkaart bevat gedetailleerde informatie over de kwaliteit, de herkomst en de locatie van materialen en producten. Het geeft inzicht in de materiële, circulaire en financiële (rest)waarde van een gebouw. Een productkaart uit categorie 1 geeft het meest fijnmazige en accurate beeld van de milieu-impact van een product. De gebruikte data zijn namelijk merkgebonden en daarmee rechtstreeks afkomstig van de fabrikant. In tegenstelling tot categorie 2 of categorie 3 materialenpaspoorten, die respectievelijk een sectorgemiddelde of zelfs generieke data bevatten.

Categorie Definitie
CAT 1 Getoetste, merkgebonden data. Deze data zijn in eigendom van de fabrikant. Dit geeft het meest accurate beeld van de milieu-impact van het individuele product.
CAT 2 Getoetste, sectorgebonden data. Deze data zijn in eigendom van de branche. Het betreft een gewogen gemiddelde van deelnemende fabrikanten, en zegt daarmee dus minder over de milieu-impact van een individueel product.
CAT 3 Ongetoetste, generieke referentiedata. Deze data zijn niet representatief, daarom geldt een opslag van 30%.
Tabel. Drie categorieën productkaarten

De totstandkoming

Een categorie 1 productkaart wordt opgesteld op basis van een uitgebreide levenscyclusanalyse (LCA). Hiermee wordt de totale milieu-impact gemeten. Een dergelijke LCA wordt opgesteld door een daartoe bevoegde externe instantie, zoals het instituut Kiwa. De fabrikant van het product levert hiervoor de data aan. In uitgebreide EPD (Environmental Product Declaration) rapporten wordt vervolgens het gehele proces van gebruikte grondstoffen tot aan afvalverwerking gedetailleerd in kaart gebracht volgens de EN 15804 normering. Dit is veelal een intensieve en tijdrovende klus omdat zaken als de oorsprong en het transport van alle onderdelen (bijvoorbeeld verf, plastic, printplaatjes, schroeven, koperdraden) achterhaald en getoetst moet worden.

In de vervolgstap wordt de LCA door een onafhankelijke partij gecontroleerd en getoetst volgens de meest actuele methodieken en normen. Tot slot wordt de informatie overhandigd aan de Nationale Milieu Database (NMD). De NMD kent vervolgens een Milieu Kosten Indicator (MKI) toe en publiceert deze in hun database. De MKI-score geeft een indicatie van de preventiekosten die gemaakt zouden moeten worden om eventuele milieuschade op te heffen. Plaatsing in de NMD is nodig om adviseurs, ontwikkelaars en bouwondernemingen in staat te stellen om met de data te rekenen voor hun nieuwbouwprojecten in lijn met het Bouwbesluit.

De voordelen

Nieuwe gebouwen in Nederland zijn gebonden aan de MPG: de Milieu Prestatie voor Gebouwen. Deze drukt in een score uit wat de belasting van een gebouw is op het milieu. De MPG voor een gebouw wordt berekend als de MKI-score per m2 bruto vloeroppervlak per jaar op basis van de beoogde levensduur. Materialen en producten die niet in categorie 1 vallen krijgen per definitie een hogere score, waardoor zij in calculaties een zwaardere impact hebben op de MPG. Een warmtepomp met een categorie 1 productkaart draagt vanuit dit principe dus bij aan het bereiken van een gunstige MPG-score. De eisen voor de MPG worden in de toekomst bovendien verder aangescherpt waarmee het belang van klimaatinstallaties met een zo laag mogelijke milieu-impact alleen maar groter wordt.[1]

De overheid wil in 2030 100 procent circulair aanbesteden en uitvragen zijn sinds 2023 reeds circulair. Woningcorporaties die volgens recent gemaakte afspraken met de overheid in de komende jaren fors investeren in nieuwbouwwoningen, worden geacht hier een voortrekkersrol in te spelen. Dit betekent dat ontwikkelaars de milieu-impact van hun projecten inzichtelijk moeten maken, en de verwachting is dat de overheid steeds meer zal handhaven op de daadwerkelijke uitvoering van plannen en berekeningen. Met name voor projectinstallateurs is het daarom essentieel om goed op de hoogte te blijven omtrent de laatste ontwikkelingen.

Ondernemers kunnen door gebruik van een warmtepomp met een categorie 1 productkaart aanspraak maken op een zogenaamde MIA\Vamil subsidie. Dit biedt bedrijven een interessant belastingvoordeel voor investeringen in innovatieve, milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen zoals circulaire en duurzame gebouwen. Dit kan oplopen tot ruim 30 procent van de investering en kan zo tienduizenden euro’s besparing opleveren. Meer informatie hierover kan worden geraadpleegd op de website van het RVO.

Productkaart voor warmtepompen

Productkaarten voor basisgrondstoffen en bouwmaterialen zijn over het algemeen relatief eenvoudig op te stellen. Zo zijn er inmiddels steeds meer categorie 1 productkaarten beschikbaar voor producten als bakstenen, isolatiematerialen of deuren. Voor technische producten en installaties als warmtepompen is dat nog zeldzaam. Op moment van schrijven is voor één type warmtepomp een categorie 1 productkaart gepubliceerd. Dit betreft een lucht-waterwarmtepomp met R290 koudemiddel welke is opgenomen in de Nationale Milieu Database (NMD). Details van de productkaart kunnen bekeken worden in de NMD database viewer op www.milieudatabase.nl.

In veel Europese landen is het overigens reeds verplicht om categorie 1 productkaarten te registreren. In Nederland geldt deze verplichting nog niet, maar stimuleert de overheid fabrikanten en leveranciers van technische installaties om categorie 1 productkaarten te laten opstellen en te laten opnemen in de NMD. Alleen dan ontstaat er een gelijk speelveld waarin de milieuprestaties op een transparante wijze inzichtelijk kunnen worden gemaakt en met elkaar vergeleken kunnen worden. Ondanks recente ontwikkelingen zijn voor warmtepompen nog de nodige stappen te zetten.

[1] De aanscherping van de MPG zou in eerste instantie op 1 januari 2025 effectief worden, maar deze datum lijkt ten tijde van schrijven van dit artikel met een half jaar uitgesteld te worden.

Artikel Installateurszaken mei 2024